Doorgaan naar hoofdcontent

Van veen tot zee: nieuwe natuur Midden-Groningen

Het Middeleeuwse landschap (bron: SBB infobord)
Op 7 maart werd door gedeputeerde Douwe Hollinga het informatiebord over de derde fase van de aanleg Natuurgebied Midden-Groningen onthuld. Met het nieuwe Dannemeer wordt een volgende schakel in de natte as "van veen tot zee" gerealiseerd. Ecologische hoofdstructuur, waterberging en recreatie gaan hier hand in hand. De oude Fivelboezem, zoals beschreven door Abt Emo van het klooster Wittewierum (1175-1237), komt niet meer terug. 
Verland door veengroei en afgedekt door klei van de vele overstromingen is dit deel van de Groningse geschiedenis definitief verleden tijd. Wat nog herkenbaar is wordt gebruikt in het nieuwe landschap. Een kwelderwal, een oude rivierbocht en vooral natte natuur met wisselende waterstanden.

Om een beeld te krijgen hoe dit er in 2013 uitziet richten we vandaag onze verrekijker op het gebied ten zuiden van het Slochterdiep. Oostelijk van Schaaphok, met het kleinste kerkje van Groningen, is bij de eerste brug en de aansluiting van de Hooilandsweg een kleine parkeerplaats gemaakt. Al vanuit de auto wordt je overweldigd door de weidsheid van het gebied.
Tot aan de horizon blauw-grijze plassen, gele rietvelden en bruine silhouetten van elzen. Staatsbosbeheer heeft voor de bezoeker een wandeling van vijf kilometer uitgezet met meer paardensporen dan voetstappen. Monsterlijk grote mesthopen fungeren als uitkijkpunt voor tientallen graspiepers. Slingerend door het terrein komt de Scharmer Ae in zicht. Een rechte lijn in het landschap en een begrenzing van het gebied. Starend over het water ga je gemakkelijk terug in de tijd van trekschuiten die belast met aardappelen op weg waren naar de fabriek in Woudbloem. Nu is het stil, een enkele reiger en vooral heel veel half verwilderde boerenganzen zijn onze metgezellen. De route loopt hier recht naar het zuiden en raakt net de oostkant van Woudbloem. Terugbuigend worden we verrast door duizenden Kolganzen die massaal het water opzoeken. Nog even genietend van de rust in Midden-Groningen en dan weer terug naar het verre noorden. Plotseling wordt onze aandacht getrokken door wat verlegen gepiep. Een kraaloogje kijkt ons nieuwsgierig aan.
Het is een Tjiftjaf die waarschijnlijk net terug is uit Zuid-Europa. Als een verkenner voor de anderen uitgevlogen en nu op de ereplaats van dit prachtige gebied. Over enkele dagen zal hopelijk voor hem of haar ook een partner aankomen.
Het laatste deel van de route gaat langs het Skaldmeer en de dijk van het Slochterdiep. Langs het pad zijn verschillende wilgen deels van hun bast ontdaan. Duidelijke indrukken van paardentanden laten zien wie hier bezig is geweest met natuurbeheer.

Terug bij de parkeerplaats kunnen we ons nauwelijks een voorstelling maken hoe deze Groningse parel over enkele jaren uitgegroeid zal zijn tot een diamant. Van veen tot zee, natuur in Nederland blijft verrassend.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak