Watercrassula (foto Wikipedia) |
Nederland is al duizenden jaren een handelsnatie. Varend over de wereldzeeën werden zilver en specerijen aangevoerd maar soms ook alles verwoestende exoten. Ongewenste vreemdelingen waartegen elk wapen verschrompelde tot een proppenschieter. In de Gouden Eeuw was het de paalworm. Geen slijmerige kruiperd maar een geniepige boorder. Verborgen in scheepsrompen, de twee schelpen diep ingebed in het hout van machtige galjoenen. Alleen een inlaat en uitlaat siphon steken af en toe even naar buiten voor een slokje voedselrijk zeewater. Maar ook om zaad- en eicelletjes los te laten. Toen dat eenmaal in Nederland gebeurde was het gedaan met houten havenhoofden en houten wierdijken. Miljoenen dukaten schade was het gevolg. Nog veel erger was dat de algehele Nederlandse waterverdediging als een kaartenhuis ineen stortte. Hebben wij er iets van geleerd? Niet veel blijkt wel als je rondloopt langs Neer'lands vennen. Ditmaal bewust werd watercrassula door vijverliefhebbers aangevoerd vanuit Nieuw-Zeeland. Al snel bleek dat elke oever dichtgroeide en alle oorspronkelijke beplanting verdween. En naar goed gebruik kieper je het dan maar over de schutting. Met als gevolg dat honderden ven- en slootoevers groen uitslaan van de watercrassula. Elk wild gewas verdwijnt, onze zwaar aangetaste natuur wordt nog verder verwoest,.
Reacties
Een reactie posten