Wilgenroosje |
Hoe vaak ik gevraagd ben om het verschil uit te leggen tussen een mot en een nachtvlinder? Ik zou het echt niet weten, honderd keer? honderdvijftig? En dat terwijl het feitelijk synoniemen zijn. Veel lastiger wordt het met een wilgenroosje maar daar komen nooit vragen over. En toch staat het woord voor twee totaal verschillende en niet verwante organismen. Als ik vervolgens vertel dat wilgenroosjes in zomer en winter te vinden zijn kijkt u mij waarschijnlijk wat glazig aan. Velen kennen wilgenroosje als prachtig paars bloeiende zomerplant op kapvlaktes of droge, vroeger beboste, bermen. De naam komt van de blaadjes die op wilgenblad lijken. Roos slaat uiteraard op de bloem maar hoe daar een roos in te zien blijft voor mij een raadsel. Ook het vruchtpluis lijkt wel wat op wilgenvruchtpluis. Na de bloei sterft de plant af. Ondertussen staan haar opvolgers al te trappelen van ongeduld om gezien te worden. Zodra de herfst invalt en de eerste blaadjes afgestoten worden komen ze te voorschijn. De andere wilgenroosjes zijn gallen die door de wilgenroosjesgalmug veroorzaakt worden in eindknoppen van smalbladige wilgen. Het zijn vooral de uitwerpselen van de opgroeiende larve die de knop aanzetten tot celdeling en het roosachtig laten uitgroeien van de schutbladeren. Voor de knager een prachtige schuilplaats, voor de boom slechts een klein verlies. Wilgenroosjes zijn er dus in twee seizoenen.
Reacties
Een reactie posten