Doorgaan naar hoofdcontent

Witvlakvlinder

 

Rups witvlakvlinder - foto Alex Glazenborg

Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 358

"Oet Grunn" kwam enkele dagen geleden een prachtige rups aan gekropen. Af en toe wat versnellend, hier en daar wat knabbelend aan allerlei boomblaadjes en na de grote rivieren tot rust komend in mijn brievenbus. Zijn of haar herkomst was een braamstruik in de tuin van mijn gewaardeerde ex-collega Alex Glazenborg. Samen vormden wij eens een bizar duo senior beleidsambtenaren. In formaat scheelden we weinig, in omvang iets meer maar waar hij de bedachtzame planoloog was (en is) werd ik vooral gekarakteriseerd als doener die eigenlijk niet echt paste in de cultuur van een gemeentehuis. Ondanks al die verschillen werden het zeven vette jaren die we samen in Slochteren doorbrachten. Maar ik dwaal af. De blog van vandaag begon met de rups van de witvlakvlinder. Eén van de meer dan 2200 soorten nachtvlinders van Nederland en behorend bij de spinneruilen. Vrouwtjes van deze vlinders kunnen niet vliegen met hun vleugelstompjes en blijven op de cocon waar ze uitgekropen zijn zitten totdat ze bevrucht zijn door een snelle man. In versnelling vijf scheurt deze bruin gekleurde en overdag vliegende nachtvlinder door de boomtoppen in de hoop ergens een geurspoor van een schone dame te vinden. Na het blije moment kan ze haar eitjes afzetten en in vrede sterven terwijl hij verder gaat op zijn amoureuze pad.  De uitgekomen rupsjes zijn bijzonder actief en gaan zelf op zoek naar geschikt voedsel. Van berk tot braam, als het maar groen en bladerig is, alles is goed. En na elke vervelling worden ze mooier. Kijk ook eens uit naar volgroeide witvlakvlinderrupsen, ze zijn nu te vinden in park of bos. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak