Doorgaan naar hoofdcontent

De Wieden, altijd jong

De Wieden
Voorzichtige zonnestralen strelen het jonge riet bij Kleine Leeuwte. Nieuwe uitlopers reiken naar de Beulakerwiede in een poging om nog meer territorium te veroveren. Kleine vlotjes voor de Zwarte Sterns zijn een goed ankerpunt. Nog even en ook zij liggen tussen uitgestrekte rietvelden en uiteindelijk ruisende elzenbossen. Wil dit prachtige natuurgebied zijn waarde blijven behouden dan zal er voortdurend verjonging op moeten treden. Zonder menselijk ingrijpen ontstaat bos en verdwijnen de Zwarte Sterns. Zo blijven de Wieden altijd jong.
Een mooi gegeven op een dag dat naast het riet ook anderen bezig zijn met nieuw leven. Boerenzwaluwen vliegen af en aan met een bijna onmogelijke taak. Tientallen muggen verdwijnen in drie openstaande snavels die alleen even dicht gaan om te slikken en dan weer verleidelijk open sperren. Uitvliegen lijkt bijna een onmogelijke opgave voor deze volslanke zwaluwtjes. Geperst tussen nestrand en overhangend dak lijken ze voor altijd klem te zitten.
Boerenzwaluw, Kleine Leeuwte
De Braamsluipers hebben het wat eenvoudiger. Spring over de rand en je bent vrij van het ouderlijk huis. Maar vliegen met onvolgroeide vleugels en ook nog eens zonder start is toch wat moeizaam. Na nog geen meter fladderen zit de jongste aanwas wat verontwaardigd op de kasseien. Gelukkig niet doof voor moeders gepiep want na nog geen halve minuut schuifelt het kuiken onder de volgende heg.
Braamsluiper, uitvliegend jong, Kleine Leeuwte

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak