Doorgaan naar hoofdcontent

Kamillevlinder

Kamillevlinder, rups, Lindevallei
Tevreden droomt Kamille over de terugkomst van de zon op deze regenachtige dag in juli. Haar bijna draaddunne blaadjes schoongespoeld, haar witte stralenkrans opgevouwen rond haar warme gele hart. Het was een goed jaar tot nu toe. Nog even en ze kan met een gerust gevoel haar zaadjes de wijde wereld insturen........Plotseling stijgt er echter een geur van alarm op bij haar buren! Een knager is door de muur van kamille olie heen gebroken! Raspende kaken rukken op, bedreigen de tere blaadjes en verstoren, bijna wreed, de zomerse rust.

Kamille is voor meeste planteneters buitengewoon onsmakelijk. Het bezit een etherische olie die vrijkomt zodra de plant gekneusd of beschadigd wordt. De rups van de Kamillevlinder heeft er echter geen last van. Rustig knagend kan de jonge vlinder voldoende voedsel vinden om te kunnen verpoppen en in het vroege voorjaar op de wieken te gaan. Wel opvallend is de camouflage tekening van de rups. De meeste rupsen die vies smakende, of zelfs giftige, planten eten worden zelf ook ongenietbaar en laten dat op overtuigende wijze zien. Een goed voorbeeld zijn de geel-zwarte rupsen van de Sint-Jacobsvlinder.

Kamillevlinders behoren bij de Uilen en binnen deze groep bij de Kuifvlinders. Allen worden gekenmerkt door een stevige kuif die niet rechtop staat maar juist vooruit steekt. Als vlinder worden ze weinig gezien omdat ze nachtactief zijn en maar matig op licht afkomen.
Kamillevlinder


Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak