Doorgaan naar hoofdcontent

Groen goud van Tarquinius

Domein de Tarquinius, Glimmen
Op de wang van de Glimmer es, boven het brede oerstroom- dal van de Drentsche Aa, had een nazaat van Tarquinius twaalf jaar lang zijn domein. Als een vader van 800 kinderen dagelijks zorgend en opvoedend tot het de grote dag van Dionysos gaven was.

Klaas Poppinga was tot 2010 de trotse eigenaar van wat eens de eerste Groningse wijngaard was. Groot geworden als boomkweker en eens eigenaar van Boomkwekerij de Bonte Hoek besloot hij in 1999 te gaan proberen wat nooit iemand voor hem gedaan had. Druivenstokken opkweken tot een oogst van goddelijk sap in de noordelijkste regionen van de lage landen. Tientallen snoeischaren verslijtend, honderden kilometers lopend en dat alles voor wat twaalf jaar geleden als bizarre uitdaging begon.

Niet als god in Frankrijk maar gewoon thuis op de es met snelrijpende variëteiten. Tweehonderd stokken van de witte Orion en zeshonderd rode Marechal Foche. Wijngaard "Domein de Targuinius" zorgde voor het groene goud, de Groningse wijnmakerij in Wirdum zorgde voor de vloeibare bekroning. Twee topwijnen die zich kunnen meten met  Duitse rode wijn of de gele Vin Jaune uit de Franse Jura.

Tarquinius nazaat heeft inmiddels de leeftijd der wijzen bereikt. Zijn groen-gouden domein is verkocht en heet nu "Domein de Pasa de Corinto". Maar zijn stokken staan er nog en zullen de komende jaren zeker voor topwijnen uit Groningen gaan zorgen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak