Doorgaan naar hoofdcontent

Bomen, groot en klein


Linde, Stationsplein Haren
Wat vermoeid steunt Abraham op zijn tientallen armen. Met zijn bolle kruin steekt hij boven alles uit en verbaasd zich over het gebeuren aan zijn voeten. Een station verschijnt, een wijk wordt gebouwd, een huilende knotwilg wordt een druipende ijzeren fontein. Hij wordt alleen maar groter en blijft altijd de vertrouwde Linde van het Stationsplein.

Een bonte stoet van bomenkijkers vertrekt vanaf zijn groeiplaats voor een tocht langs grote en kleine bomen. Het is een excursie van de 110-jarige Vereniging voor Veldbiologie (KNNV) Groningen. Bladerend door het Harens bomenboek blijft het verbazend hoeveel soorten op slechts enkele kilometers dorpskern een plek gevonden hebben.

Over Boerema's bomen schreef ik in dit blog al eerder. Maar het bomenspektakel begint al aan de Lokveenweg met o.a. een bizarre Vareneik. In het park valt nu vooral de knalrode herfstkleur van de Amerikaanse esdoorn Acer rubrum op. Prachtig afstekend tegen een strak blauwe hemel lijkt de boom echt te genieten van zijn kortstondige pracht. Overal zijn sierappeltjes te vinden die druk bezocht worden door luidruchtige groepen spreeuwen.

Sierappel
De Eshof is een tweede lusthof voor bomenliefhebbers. Brewers spar zorgt voor een blijvend ingetogen stemming met zijn neerhangende takken. De Hongaarse eik wil daarentegen zelfs op een begraafplaats laten zien dat het leven waard is om geleefd te worden. Hoog uitgegroeid en nu getooid in herfstgeel is het een opvallend element. Schijnhazelaar en Slangenesdoorn staan wat meer bescheiden in het struikgewas.

Boomkwekerij Bonte Hoek / e-plant, Glimmen
Maar al deze bomen waren eens klein en begonnen hun leven ver van hun huidige standplaats. Gezaaid in vreemde grond werden ze echter al snel verplaatst naar de bomenschool in Glimmen. Daar, bij Boomkwekerij De Bonte Hoek, zijn bijna alle Harense bomen vanaf het begin van de twintigste eeuw opgevoed tot wat ze nu zijn: statige laanbomen of houtige schones in het plantsoen. Een mooiere jeugd is niet denkbaar, een stok om op te leunen, een rijke boterham als lunch en voortdurend liefkozende aandacht van generaties Bonte Hoekers. Aaltjes worden op afstand gehouden met prachtige Afrikaantjes, ander ongedierte wordt vermanend toegesproken en verwijderd.

Bomen, groot en klein. Het is te hopen dat wat de heren Bakker, van Beek en Medema in tachtig jaar verzamelden ook door de nieuwe generatie gemeentebestuurders met zorg gekoesterd wordt. Alleen dan blijft Haren groene parel van het noorden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak