|
Zwavelgeel Franjekelkje, op brandnetel, 0,5 - 2 mm |
Begin 2015 kwam de werkelijk magnifieke Ecologische Atlas van Paddenstoelen in Drenthe uit. In deel II, op bladzijde 487, stond het Zwavelgeel Franjekelkje. Een wit schijfje, omgeven met een gele stralenkrans en ook nog eens algemeen. Dat zou mijn doelsoort worden voor de rest van het jaar. En nu....werkelijk overal waar afgestorven brandnetels liggen kom ik dit paddenstoeltje tegen.
|
Gewoon wimperzwammetje |
|
Acht sporen in een zakje, Gewoon Wimperzwammetje ( x 400) |
Een mooie aanleiding om eens een blog te schrijven over "Mycologisch Madurodam". Paddenstoeltjes maar dan wel heel letterlijk in zakformaat. Geen traditionele steeltjes, een hoed en plaatjes maar schijfjes, knotsjes en bekertjes. Sporen vormen doen ze uiteraard ook maar niet met vier tegelijk aan de top van een cel. Zij kiezen voor een extra verpakking. En doen er meteen ook maar acht, of zestien zoals bij de Gele Kussentjeszwam, in een zakje. Als ze rijp zijn worden ze met enorme kracht (tot dertig atmosfeer) uit de zak weggeschoten in de hoop dat de wind wel zal zorgen voor verdere verspreiding.
Zakjeszwammen (Ascomycota) zijn misschien minder bekend dan de "rood-met-witte-stippen-vliegenzwam" maar wie kent niet de Truffel? Of de Morielje? En zelfs de bekende penicilline schimmel en bakkersgist zijn ascomyceten. Alleen in Nederland al komen er duizenden soorten voor. Vele zo klein dat ze alleen microscopisch te zien zijn. Enkele zijn groot genoeg om in een paddenstoelengids opgenomen te worden. In dit blog richt ik mij op het tussengebied van zwammetjes tussen 0,5 en 10 mm groot. Vaak als afbrekers actief en te vinden op dood hout en rottende plantenresten.
|
Brandnetelkelkje (Calyptella capula, 4 - 6 mm), op grote brandnetel |
|
Brandnetelvulkaantje (Leptosphaeria acuta, 0,3 mm hoog), op grote brandnetel |
|
Gewoon poederkelkje (Calycina herbarum, 2 - 3 mm), op grote brandnetel |
Om eens kennis te maken met zakjeszwammen keer ik terug naar de brandnetels. Meteen valt op hoe klein ze zijn. Je moet werkelijk met de neus op de grond op zoek naar half verrotte stengels van het vorig jaar. Oppakken lukt al bijna niet meer. Met zes millimeter is het brandnetelklokje de aller grootste. Het kleinst zijn de brandnetel- en kruidenvulkaantjes, eigenlijk niet meer dan zwarte pukkels op de stengel. Daar tussen zitten tientallen, honderden schijfjes van het gewoon poederkelkje. Hier is de natuur aan het werk, zelfs de taaiste brandnetelvezels veranderen in pulp nadat de schimmels het cellulose afgebroken hebben.
|
Geel houtvlieskelkje (Hymenscyphus calyculus, tot 5 mm), op eikenhout |
|
Gele kussentjeszwam (Hypocrea aureoviridis, 2 - 3 mm), op zwarte els |
|
Niersporig wasbekertje (Orbilia delicatula, 1 mm), op stronk populier |
|
Eivormig ruigkogeltje (Lasiosphaera ovina, 0.5 - 1 mm), op populieren hout |
Rot hout is ideaal om eens naar miniatuurtjes te gaan zoeken. Veel zijn schijfvormige paddenstoeltjes, andere net kleine bekertjes. Vaak zijn ze geel gekleurd en in ieder geval redelijk afstekend tegen het substraat. Dat het ook anders kan blijkt pas als je geheel toevallig het eivormig ruigkogeltje tegenkomt. Krap een millimeter groot ziet het er eerst uit als een slijmzwammetje. Met de loep is echter de witte beharing goed te zien, iets wat nooit bij de slijmige kruipers voorkomt.
|
Eikeldopzwam (Hymenoscyphus fructigenus, 1-3 mm breed, 3 - 15 mm hoog), op eikel |
|
Eikelbekertje (Ciboria tuberosa, 10 mm), op eikel |
Zoals overal zijn er ook in deze groep echte specialisten. Bijvoorbeeld bij de eikeleters. Eikeldopzwammetjes gaan voor de buitenkant. Zodra het napje afgedankt is lijken de sporen er bij tientallen op af te komen. Even een zwamvlokje vormen en hup, een lichtgeel vruchtlichaampje. Dat doen ze trouwens ook op resten van door gaaien opengehakte eikels. Eikelbekertjes zijn een stuk trager. Eerst doen ze er een jaar over om een eikel helemaal zwarte te maken en pas daarna komen de bruine bekertjes te voorschijn.
|
Groot oranje mosschijfje (Octospora humosa, 3 - 10 mm), deels parasitisch op bladmossen |
|
Robertskruidkraterbultje (Coleroa robertiani, 0,3 mm), bladsteel van robertskruid |
|
Oranje mestschijfje (Cheilymenia granulata,3 - 5 mm), op zachte mest |
Op de grond, op een blad van robertskruid, op mest, letterlijk overal zijn zakjeszwammen te vinden. Lang niet allemaal als lilliputters. Geweizwammetjes, Bruine bekerzwam en Varkensoor horen er ook bij. Wereldwijd, en ook in Nederland, is het de meest rijk gesorteerde groep maar helaas blijft determinatie lastig. Vaak moet de microscoop uitkomst brengen en zelfs dan is het zoeken. Boeken geven niet meer dan een selectie van de meest opvallende soorten. Wil je er toch aan gaan beginnen? Kijk dan eerst eens rond op de website van
Hannie Wijers. Met haar uitstekende foto's, en vaak ook sporen preparaten, kun je vaak al veel uitsluiten. Voor een eerste indruk van de rijkdom aan zakjeszwammen in je eigen omgeving is de
Verspreidingsatlas Paddenstoelen te raadplegen.
|
Roestbruine kogelzwam (Hypoxylon fragiforme, 4 - 10 mm), op populieren hout |
Hallo Kees, Prachtig blog en zo leerzaam. Dank voor al deze info en prachtige foto's.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Roos
Roos zei het al maar dit is echt een prachtige maar vooral leerzame blog.
BeantwoordenVerwijderenDit is werkelijk wel heel klein allemaal, des te groter de bewondering voor de fraaie foto's van
BeantwoordenVerwijderenal deze kleine juweeltjes. Prachtig blog met boeiende informatie over een voor mij vrijwel onbekende zwammenwereld.
Natuurkieker Coby
Mooi om te zien allemaal en fijn je info erbij.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes Tinie
Hoi Kees,
BeantwoordenVerwijderenwat zie je toch veel mooie en bijzondere interessante zwammetjes.
Ik sta echt steeds weer versteld van al dit moois en moet toch weer beter gaan opletten als ik in de bossen loop.
Echt heel erg mooi.
Groetjes, Helma
Geweldig dat hele kleine spul. En de term doelsoort vond ik ook een mooie! Maar als ik dit lees denk ik alleen maar: wat is er toch véél! Als ik nu een takje optil en een zwart puntje zie vraag ik me al af of het iets is. Heerlijk om te weten dat we nooit alles zullen zien en dat er dus altijd wat te ontdekken overblijft.
BeantwoordenVerwijderenGroet, Anita
Ik vergeet nog iets. Die gele dingetjes op de roestbruine kogelzwam horen die erbij? Het lijken de zwavelgele franjekelkjes wel.
BeantwoordenVerwijderenGroet, Anita
Ha Anita, die "gele dingetjes" horen er zeker bij. Het zijn de locaties waar de sporen op weg gaan richting wijde wereld.
Verwijderen