Stil, zwijgend en diep in gedachten verzonken ligt de donkere veenplas van de Harense Oosterpolder te glinsteren in de herfstzon. Seizoenen komen, seizoenen gaan en het enige wat lijkt te veranderen is de omgeving. De plas is een constante factor, alleen in de winter soms dicht gevroren maar anders altijd de blik strak naar boven gericht.
En dan klinkt plotseling een hoog gefluit. De Smienten zijn er weer! Voorteken van de eerste winterse dagen. De plas neemt het alles stoïcijns op. Even rimpelend als de Smienten voor het eerst neerstrijken maar dan weer glad. De bonte eendjes komen uit noordelijke streken om hier te genieten van winterse gastvrijheid. Ze moeten nog wel even wennen aan een jonge Buizerd die dreigend het zwerk probeert te verduisteren. Dit is echter geen Zee-arend, op zoek naar een smakelijke eendenborst.
Elk jaar gebeurt het ongeveer op hezelfde moment. De laatste groepjes zwaluwen trekken door, de laatste tjiftjaf zingt zijn lied en dan komen de Smienten aan. Gevolgd door duizenden Kolganzen die echter in strakke formatie Haren ver voorbij vliegen. Op de plas van de Oosterpolder zijn ze echter in goed gezelschap. Wilde Eenden, Krakeenden en Slobeenden hebben hier hun vaste woonplaats en blijven ook in de winter zo lang mogelijk thuis. Pas als het niet langer mogelijk is om lekker te grondelen tussen de waterplanten gaan deze eendjes op weg naar ijsvrije gebieden.
De Smienten zullen blijven totdat de vorst de plas in een ijzige greep krijgt of totdat de dagen weer gaan lengen. Als de eerste Koekoek terugkomt uit Afrika fluiten de Smienten hun lied alweer in het noordelijke Scandinavië.
Haren zal niet alleen Smienten begroeten. Trekkende Grote Zilverreigers zijn al langs gekomen, straks komen ook noordelijke roofvogels eten aan de rijk gedekte tafel van de Harense polders.
Smient |
En dan klinkt plotseling een hoog gefluit. De Smienten zijn er weer! Voorteken van de eerste winterse dagen. De plas neemt het alles stoïcijns op. Even rimpelend als de Smienten voor het eerst neerstrijken maar dan weer glad. De bonte eendjes komen uit noordelijke streken om hier te genieten van winterse gastvrijheid. Ze moeten nog wel even wennen aan een jonge Buizerd die dreigend het zwerk probeert te verduisteren. Dit is echter geen Zee-arend, op zoek naar een smakelijke eendenborst.
Elk jaar gebeurt het ongeveer op hezelfde moment. De laatste groepjes zwaluwen trekken door, de laatste tjiftjaf zingt zijn lied en dan komen de Smienten aan. Gevolgd door duizenden Kolganzen die echter in strakke formatie Haren ver voorbij vliegen. Op de plas van de Oosterpolder zijn ze echter in goed gezelschap. Wilde Eenden, Krakeenden en Slobeenden hebben hier hun vaste woonplaats en blijven ook in de winter zo lang mogelijk thuis. Pas als het niet langer mogelijk is om lekker te grondelen tussen de waterplanten gaan deze eendjes op weg naar ijsvrije gebieden.
Krakeend |
De Smienten zullen blijven totdat de vorst de plas in een ijzige greep krijgt of totdat de dagen weer gaan lengen. Als de eerste Koekoek terugkomt uit Afrika fluiten de Smienten hun lied alweer in het noordelijke Scandinavië.
Haren zal niet alleen Smienten begroeten. Trekkende Grote Zilverreigers zijn al langs gekomen, straks komen ook noordelijke roofvogels eten aan de rijk gedekte tafel van de Harense polders.
Reacties
Een reactie posten