Doorgaan naar hoofdcontent

Boze eikenprocessierups

Pas op: boze eikenprocessierupsen
Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 296

Beesten en verkeersborden, kennelijk een uitdagend thema voor vormgevers. Van overstekende nijlpaarden tot onvoorzichtige helmcasuarissen, al reizend over de aardbol kom je er nog al wat tegen. Zelfs in ons gereguleerde landje kunnen we er wat van. Hoppende padden en springende zwijntjes zijn er in alle maten. Maar een boze eikenprocessierups was ik nog niet tegengekomen. De mondhoeken naar beneden getrokken, een diepe frons in het voorhoofd en een stukje mals eikenblad in een pootje geklemd. Dat het arme beest geen enkele gelijkenis heeft met de werkelijkheid doet er niet toe. Een jong insect met zeven paar poten is geen vlinderrups maar een larf van een bladwesp. Het gaat echter om de boodschap. De verwijzing naar het RIVM moet dat duidelijk maken. Blijf op minstens 1,5 meter en vermijd contact. Want anders gebeurt er wat. Grof geschut wordt dan ingezet. Vergiftigde pijlen heeft de rups alvast klaar gezet, nog een stap en hij schiet. Ondertussen interesseert het de rups allemaal niet. Zolang je het beestje met rust laat, niet oppakt en zeker niet zijn brandharen probeert op te snuiven is er weinig aan de hand. Alleen voor mensen met een gevoelige huid blijft het oppassen. Misschien maar goed ook want zo realiseren wij ons hopelijk eens dat we gewoon te gast zijn in de natuur. Als we nu eens niet meteen gifbommen gebruiken krijgt de natuur zelf de kans om te hard groeiende populaties te reguleren. 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak