Rups basterdsatijnvlinder |
Sinds de eikenprocessierups in Nederland binnen gefladderd is zijn we met z'n allen bijna panisch geworden van harige rupsen. Was een grote beer vroeger nog een juweel van wegbermen en natte slootkanten of een veelvraat een aanwinst op elke heide excursie in augustus; tegenwoordig is het reden voor dolle paniek. Bijna zouden we 112 bellen, de boswachter vragen om in beschermende kleding en gewapend met gifspuit direct te komen en, niet te vergeten, de Telegraaf informeren. En dat terwijl deze prachtige beestjes rustig zitten te eten en alleen een bontjas gebruiken om een koolmees op andere gedachten te brengen. Alleen de koekoek laat zich niet foppen. Deze lust graag een groot beertje en een donsvlinder versmaadt hij ook niet. Vandaag kwam ik tientallen rupsen tegen van de basterdsatijnvlinder. Knabbelend aan allerlei struikjes op het vroegere werkeiland Neeltje Jans in de Oosterschelde. Mijn bonuszoon riep meteen "Pas op!" maar besloot vervolgens om toch maar eens te gaan kijken hoe zijn dappere stiefvader zich in bekende bochten wrong om het beestje te fotograferen. Ook zij gebruiken hun haren om rupseneters op afstand te houden. Ook zij verwerken hun haren in spinselnesten waar ze met elkaar verpoppen. Maar deze haren irriteren niet en worden ook niet weggeschoten of afgeworpen. Leer eerst de natuur eens kennen alvorens in de hoogste boom te klimmen.
Reacties
Een reactie posten