Doorgaan naar hoofdcontent

Zeevogels Helgoland

Helgoland, Jan van Genten (met o.a. slapend jong).
zeekoeten en alk

Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 287

Drie dagen Helgoland is een totale onderdompeling in geuren, geluiden en beelden. Van een rood geringde en uiterst zeldzame struikrietzanger tot spectaculaiore zonsondergangen boven lawaaierige en vooral stinkende zeevogel broedplaatsen. 

Omdat er elk jaar maar plaats is voor ongeveer vijftien deelnemers is deze derde Helgolandse blog vooral bedoeld om de rijkdom van de kliffen te  delen. Op en bijna in het rode zandsteen zijn jaarlijks steeds meer broedende zeekoeten en Jan van Genten te vinden. Elkaar verdringend om elk bereikbaar richeltje en vlak stukje steen broeden ze meestal maar één en zelden twee eieren uit. Het aantal drieteenmeeuwen blijft vrijwel gelijk maar het vinden van een alk of noordse stormvogel ios elke keer weer een sensatie. Waarom deze twee het minder goed doen blijft gissen. Meest waarschijnlijk is dat een zeer kleine populatie aan de uiterste zuidgrens van hun broedplaatsen kwetsbaar is. Kleine en grote mantelmeeuwen hoeven maar enkele nesten te plunderen en het is gebeurd. Hoer imposant deze vogelmassa is blijft moeilijk in woorden uit te drukken. Je moet er geweest zijn om het te ervaren. Nog beter, zoals velen doen je moet er regelmatig komen en je steeds weer laten verrassen door het leven in deze kolonies.Als er voldoende belangstelling zal Natuurpresentaties in 2021 voor de zesde keer naar Helgoland gaan.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak