Heksenboter |
Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 252
Rustig kruipend gaat heksenboter zijn of haar eigen gang. Mannelijk of vrouwelijk is het niet, wel bizar bijzonder. Iedereen die regelmatig een boswandeling maakt kent het wel. Een gele, wat korrelige substantie die bij even aanraken boterzacht blijkt te zijn. Eens dachten ze dat het snot van heksen was, achtergelaten tijdens nachtelijke orgieën. Het blijkt echter iets te zijn wat geen plant, geen dier maar ook geen zwam is. Het is feitelijk een vele centimeters grote cel met honderden, soms wel duizenden celkernen. Een plasmodium die al kruipend zijn weg zoekt over rotte boomstammen. Snel gaat het niet, enkele millimeters per etmaal is normaal, een centimeter is een snelheidsrecord. Onderweg wordt er geschranst. Bacteriën zijn hun leven niet zeker als er heksenboter in de buurt is. Ze worden letterlijk overspoeld en verzwolgen. Hun celwanden en alles wat zich in hun celplasma bevindt wordt verteerd en omgebouwd tot onderdelen van dit creatuur. Eens noemden we deze groep organismen slijmzwammen maar dat is een woord wat nergens op gebaseerd is/ Zacht zijn ze maar niet slijmerig. En ze kunnen sporen vormen om droogte of kou te overleven maar daarmee is het nog geen paddenstoel. Heksenboteer hoort bij een geheel eigen groep, de myxomyceten.
Reacties
Een reactie posten