Ruwe pissebed, de linker gezond, de rechter doodziek |
Iedereen kent ze: pissebedden. Mini tankjes die overdag onder stenen en stronken schuilen. 's Nachts gaan ze aan de wandel en genieten dan van dood plantenmateriaal. Rustig malend verpulveren ze het tot hapklare brokjes. Ademhalen doen ze met een soort van kieuwen onder hun pantser. Dat is ook de reden dat ze niet willen uitdrogen, ze komen dan letterlijk in ademnood. Vijf soorten zijn algemeen maar in kleigebieden komen er veel meer voor. In deze waslijst staat echter geen blauwe pissebed. En toch zijn deze in elke tuin wel eens te vinden. Nooit in grote aantallen, net als op deze foto zijn het vaak eenlingen tussen ruwe pissebedden en kelderpissebedden. En feitelijk horen ze ook bij deze twee soorten, deze blauwe is duidelijk een ruwe pissebed (te zien aan het gepukkelde rugpantser). Het is geen kleurvariant maar een zwaar zieke patiënt. Hij of zij is aangetast door IIV-31 virus. Geen terminale variant van het Sars-Cov-2 virus waar wij zo door geplaagd worden maar een totaal andere "soort". Knetterblauw worden ze er van wat komt door het iridiseren van viruskristallen in het exoskelet van deze pissebed. Uiteindelijk wordt het beestje traag, opgezwollen door extra vastgehouden water en zal tenslotte vaak opgegeten worden door merels die er, net als wij, niet ziek van worden. Het "invertebrate irridescent virus" bestaat al tientallen miljoenen jaren zoals blijkt uit een fossiele pissebed gevonden in Myanmar. Hoe het kan dat coronas virussen zo snel muteren en dit virus zo lang al gelijk is gebleven blijft een raadsel.
Reacties
Een reactie posten