Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 334 Kastanjemineermot, links en rechts
van de hoofdnerf rupsen in het bladmoes
Ik ben de tel kwijt geraakt als het gaat om aan te geven hoe vaak ik gevraagd ben wat de zin van een plant of dier in de natuur is. Wij mensen menen dat nut alleen maar bestaat als wij er iets mee kunnen terwijl het in de natuur gewoon eten en gegeten worden is. Producenten worden begraasd, grazers worden bejaagd en zo wordt de door de plant vastgelegde energie doorgegeven. Sommigen zijn selectief, anderen zijn alleseters. Zelfs iets wat totaal oneetbaar lijkt wordt gegeten, het giftige Jacobskruiskruid is daar een goed voorbeeld van. Passiebloemen zijn net zo giftig maar ook zij hebben een vlinderfamilie waarvan de rupsen graag hun blad eten. Alleen planten die door de mens uit hun natuurlijk biotoop meegesleept zijn worden niet of nauwelijks gegeten. Hun nut lijkt er alleen voor ons te zijn. Maar laat ze rustig staan, op een gegeven moment begint er wel iemand te knagen. Bij de Amerikaanse eik zijn dat de twee soorten wintervlinders die de ook ingevoerde Amerikaanse ooglapmot gezelschap houden. Paardenkastanje is een ander verhaal. Ook na 2000 jaar in de lage landen zijn er nog geen Hollandse kevers of vlinders die hun kaken in kastanjeblad zetten. Maar toen werd in de 20ste eeuw per ongeluk de kastanjemineermot ingevoerd. Een vlindertje van net 4 millimeter die van nature leeft in Albanese kastanjewouden. Eenmaal in Nederland belande het in een paradijs. Tonnen verse kastanje salade was er beschikbaar voor de rupsjes. Al minerend liggen ze in het bladmoes te knagen. Pas als ze gaan vliegen zijn er predatoren te verwachten.
Reacties
Een reactie posten