Grote kaardebol |
Mijn zondagsblog ging deze week over rivierflora met als voorbeelden het zeepkruid en de kruisdistel. Maar ik had ook allerlei andere soorten kunnen kiezen. Cichorei bijvoorbeeld, in Zwolle eens uitgezaaid als typische IJsselplant. Of kleintjes als breukkruid en riempjes. Maar misschien wel de meest bijzondere is grote kaardebol. Ogenschijnlijk totaal verschillend van alle andere leden van de kamperfoelie familie en volgens sommigen een echte distel. Nu weet ik nooit goed wat de toevoeging "echte" betekent. Waarschijnlijk worden dan de zwaar bestekelde bladeren bedoeld. Of de enorm stekels aan de kelkschubben. Maar kijk eens naar de paarse bloempjes die juist nu te zien zijn. Een distel is een composiet met een hoofdje van bloempjes, elk met een meeldraadje en een stamper. Kaardebol heeft 4 meeldraden, elk in een eigen bloem. Voor hommels en allerlei bijensoorten uiterst plezierige bloemen vanwege de grote nectar productie. Maar van mieren moet deze plant niets hebben. Hun wacht de verdrinkingsdood als ze het wagen om richting het zoete lekkers te stelen. Langs de stengel zijn tientallen vallen klaar gezet waar geen miet langs kan. De bladeren zijn namelijk rond de stengel met elkaar vergroeid. Zo ontstaan bakjes die na elke regenbui tot aan de rand vol staan met water. Zolang mieren geen zwemles nemen komen ze hier echt niet voorbij.
Reacties
Een reactie posten