Zeepkruid en kruisdistel |
Te voet tussen Rijn en Waal, vroeger een doolhof van heggen, dijken, vroegere dijkdoorbraken en natte ooibossen. Zwarte ooievaars, steenuiltjes en bevers waren toen nog gewoon in dit gebied. In de eeuw van vooruitgang en corona is daar weinig meer van over. Oude dijken zijn verdwenen door ruilverkaveling of verbreding van uiterwaarden. Heggen worden hier en daar nog kunstmatig in stand gehouden en steenuiltjes wonen niet meer in knotwilgen maar in nestkasten op boerenerven. En dan sta je plotseling aan de oostkant van de machtige Tacitusbrug. Noord en Zuid verbindend, een pronkjuweel van techniek. Natuurbeheerders weten wat er verloren is gegaan en houden net langs de Waal enkele honderden meter meidoornhaag in stand. Dichtbij de rivier bloeit nog wat vroeger op elke dijk stond. Zeepkruid, een anjerachtige met een grote wortestok, En het broertje van blauwe zeedistel. Kruisdistel doen het in monochroom. Lichtgroen tot grijsgroen maar wel opvallend doordat elke plant minstens een groeicirkel nodig heeft van dertig centimeter. Kom je te dichtbij? Dan krijg je te maken met venijnig stekende bladeren. Hoewel de plant hiermee op een distel lijkt is deze verwant aan peterselie en fluitekruid. Het is een schermbloemige zonder scherm. Redelijk voedselrijke dijken en rivieruiterwaarden hebben zijn voorkeur maar te vaak maaien en bemesten betekent zijn definitieve einde. Gelukkig mogen rivieren weer leven en krijgen kruisdistels en zeepkruid weer alle ruimte.
Reacties
Een reactie posten